2019 was een speciaal jaar voor mij, persoonlijk. Sinds september werk ik al meer dan een jaar voltijds, iets wat ik me pakweg 6 jaar geleden nooit had kunnen voorstellen. Soms desondanks alle verwachtingen in, gaat dat prima, super en vol enthousiasme en succesvol zelfs.
Oktober dan, 19 oktober om precies te zijn, 18 jaar geleden dat ik officieel de diagnose kreeg van diabetes type 1. Dat is 18 jaar van vingerprikken, spuiten, koolhydraten tellen, hypo's op de meest onhandige momenten, ontelbare naalden. Een overweldigend gevoel van onmacht en woede tegenover de wereld en tegenover dat vervloekte lichaam dat niet mee wil. November dan, twee jaar samen met m'n vriendin op de 8ste, 25 op de 11de en op 19 november exact 5 jaar sinds ik me liet opnemen in de psychiatrie. Waar ik 5 jaar geleden wou zijn? Het allerliefste helemaal nergens. Ergens waar ik niet meer hoefde te zijn en waar ik gewoon eeuwig kon slapen. Als je me toen had gevraagd waar ik 3 jaar later wou zijn, had ik waarschijnlijk gelachen, onhandig mijn schouders opgehaald en iets nietszeggend gemompeld, "gelukkig zijn zeker….". 5 jaar geleden maakte ik de moeilijkste, gemakkelijkste, dapperste, meest laffe, meest ondenkbare beslissing ooit. Ik koos bewust voor een morgen, een overmorgen en een binnen 3 jaar. Vandaag zie ik volgende week en volgende maand en mijn eerste appartement en binnen 3 jaar misschien wel een baby of toch stappen naar een baby en hopelijk een carrière en nog steeds een toffe job. Ik zie een toekomst en dat is alles wat ik 5 jaar geleden helemaal had opgegeven. Ik zie een morgen, nu, de rest zal wel volgen.
0 Reacties
In de leegte
tussen het vallen en het opstaan, de wind in mijn oren en het suizen in mijn haar, kan ik zweven. Kan ik me wentelen in het deken van het onbekende, kan ik de duisternis nog even niet bevatten. In de stilte voor het opstaan, ben ik niets en kan ik alles. I remember the day you first came into my life. I remember the awkward tension, the glances and polite smiles. I remember how I disliked you at first, thought you were weird and arrogant. I remember getting your text and being slightly uncomfortable about starting a friendship with you.
I then remember going to countless movies with you and only later realising that those were dates. I remember always being on edge around you, but I can't say I remember why, because I did not know, because I hadn't fully realised yet. I remember dinner at your house and watching tv together with you cuddled into my side. I remember kissing you and touching you and sleeping in your arms. I remember being scared, confused, freaked out. I remember all the memories that came floating back after that night, all the feelings I had ignored before, but now made so much sense. I remember us not lasting because we weren't meant to, because I wasn't ready. I remember saying goodbye to you and feeling my heart break. I remember hearing about you and your girlfriend being happy and in love. I remember feeling as though my world had ended. I see you now and it still aches, first love always does, right? But I see you and I can talk to you and be grateful for the experiences we shared, the world you gave me. That aching longing for something I was so scared of is something that came flooding back to me while watching "Call me by your name". I watched these two people fall in love, watched a boy discover himself and watched while his heart got broken by the very person who made him discover it. I watched and I cried and I remembered. I wish that somewhere someone will see this movie and understand they're not alone. I wish everyone would see this story and realise that hearts break, regardless of the gender of the people involved. I wish people would realise that all hearts break the same because all hearts love the same. Because love is love is love is love. Mag ik je
een zoen geven, fluister ik tegen je trui, mijn lach verstoppen tegen jouw lippen. Je haren strelen en omwoelen. Zoals de zee, beukend op het strand, wild en woest water, het strand gladgestreken achterlaat. Mag ik je een zoen geven, fluister ik. Mag ik jou mijn zee geven, denk ik.
*adem in* Ok, dit is het moment! Doe het nu of doe het niet! Wel niet wel niet... doe maar wel! Be a unicorn! *adem uit* "En anders zou het toch ook een vriendinnetje zijn."
*adem in* Awkward lachen en knikken en nee ik ken jouw neef en zijn vriend niet, maar toch bedankt. En ik vroeg eigenlijk helemaal niet naar jouw goedkeuring, maar toch bedankt dat je ze wilt geven. Ik zou veel liever hebben dat ik nooit had moeten twijfelen over jouw goedkeuring.... *adem uit* #ComingOutDay 8 dagen een twintiger en wat anderen als de leukste tijd van hun leven benoemden, was voor mij een allesomvattende leegte. Over hoe ik wilde ophouden met bestaan en dan opnieuw leerde leven voor mezelf.
Als kind, ik was toen een jaar of 8-9, reed mijn nicht rondjes op de camping in Frankrijk met de fiets en liep ik naast haar. Als ik lang genoeg liep, daalde mijn bloedsuikerspiegel genoeg zodat ik mee met de rest van de familie een ijsje kon eten. Een kind van 8 zou zonder zorgen moeten kunnen genieten van een ijsje op een warme zomerdag, maar sinds oktober 2001 zou dat voor mij nooit meer lukken. Een maand voor ik 7 werd, werd ik opgenomen in het Paola Kinderziekenhuis en kreeg ik de diagnose van diabetes type 1, mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Ik was 17 toen ik in 2012 afstudeerde van het middelbaar onderwijs, en ik dacht dat ik wist wie ik was. Ik was Jozefien, ik was vrolijk en spontaan, soms verlegen en stil, maar bijna altijd goedgezind. Ik ging taal- en letterkunde studeren in Antwerpen, want lezen was een passie en de woorden in mijn hoofd zochten een uitweg. Toen de structuur van het middelbaar onderwijs wegviel en ik zelf meer en meer verantwoordelijkheid kreeg, begon ik mij stilaan te realiseren dat ik misschien toch niet zo goed wist wie Jozefien nu juist was. Er waren minder verwachtingen en dus ook veel minder duidelijke doelen, je kan studeren wat je wil en worden wat je wil. Die vrijheid werd mij stilaan te veel, ik zag door het bos de bomen niet meer en mijn manier om hiermee om te gaan, was om op te rollen in een bolletje en te wachten tot de storm voorbij was. Vrijheid was niet langer vrij voor mij, maar drukkend; met vrijheid komt ook de verplichting om een keuze te maken. Mijn eerste jaar aan de universiteit was een flop, geslaagd voor drie vakken en er eigenlijk al vast van overtuigd dat dit niet was wat ik wou doen in het leven. Maar de kracht en impact van sociale druk mag niet onderschat worden en iedereen rondom mij had er het volste vertrouwen in dat ik mezelf wel zou herpakken. Verwachtingen vervullen ten alle koste is toevallig één van mijn specialiteiten en dus begon ik aan een tweede jaar universiteit waarbij ik eigenlijk gewoon hetzelfde deed als in het eerste jaar, enkel nog slechter en met nog minder motivatie. Ondanks de slechte punten en het feit dat ik amper naar de les ging, bleef de buitenwereld volhouden in hun vertrouwen in mij; ook de schijn ophouden en doen alsof alles perfect is, is een specialiteit van mezelf. Op het einde van het tweede jaar was ik eindelijk zelf ook bereid om toe te geven dat ik zo niet verder kon. Aldus moest ik op zoek naar een nieuw plan, een jaartje werken combineren met reizen leek mij de ideale oplossing. Werk zoeken met enkel een ASO-diploma secundair is echter ontzettend moeilijk, om niet te zeggen onbegonnen werk. Een gebrek aan motivatie en de verlammende realiteit dat het mij allemaal eigenlijk niets kon schelen, maakten het zoeken naar een job onmogelijk. Als je je elke dag inbeeldt als een nieuwe berg die je moet beklimmen, begon ik tien meter onder de grond. Al mijn energie ging naar wakker worden, opstaan, aankleden en eten, tegen dan was de dag meestal al half voorbij. De rest van de kracht die ik nog had die dag ging naar het in stand houden van de schone schijn voor de mensen rondom mij. Als anderen over zelfmoord en depressie praten, hoor ik vaak dat ze niet kunnen snappen hoe iemand dood wil zijn. Ik ben er vast van overtuigd dat mensen die denken aan zelfmoord niet dood willen, ze willen ophouden te bestaan en dat is iets heel anders. Zelfmoordgedachten zijn geen actieve gedachten, denk ik, het is je ramen kuisen en overvallen worden door het idee in je hoofd dat je jezelf gewoon zou kunnen laten vallen. Ik wou ophouden te bestaan, gewoon verdwijnen, maar de wereld verwacht anders en dus deed ik alsof. Begin november werd het me allemaal teveel, in samenspraak met mijn therapeut en mijn ouders besloot ik mij te laten opnemen. Die beslissing was ontzettend angstaanjagend, maar zorgde tegelijkertijd ook voor enorm veel rust in mijn hoofd. Op 11 november 2014 word ik 20 en gaf ik nog een verjaardagsfeestje voor de familie, acht dagen later word ik opgenomen in de psychiatrie. Ik heb heel bewust mijn familie en vrienden zelf op de hoogte gebracht van mijn opname en hen ook gevraagd mij tijd en ruimte te geven. Ik ben nog steeds ontzettend dankbaar voor iedereen in mijn omgeving, de manier waarop zij met deze nieuwe situatie zijn omgegaan, heeft het voor mij allemaal veel eenvoudiger gemaakt. Mijn ouders kwamen mij elke avond bezoeken en vaak kwam ook mijn tante of nicht mee. Niemand heeft mij ooit anders behandeld of aangekeken en ik werd nog steeds gevraagd om te babysitten op achternichtjes en -neefjes in de weekends dat ik thuis was. Niet iedereen die hulp nodig heeft of in de psychiatrie terecht komt heeft het geluk om gesteund te worden door zijn omgeving, om nog maar te zwijgen van de financiële tol die een opname met zich meebrengt. Ik besef heel goed hoeveel geluk ik hierin heb en ik kan alleen maar de mensen rondom mij bedanken. De eerste paar weken in de opname afdeling heb ik vooral geslapen en mijn hoofd leeggemaakt. Ik kon alledaagse taken overlaten aan anderen en moest enkel doen wat er van mij gevraagd werd. In januari verhuisde ik naar een andere afdeling en het is daar dat ik mezelf terug heb gevonden. Ik leerde schilderen vanuit mijn gevoel en gooien met klei. Ik leerde om te zien en niet alleen te kijken. Dikke truien en sjaals waar ik me vroeger achter verstopte, verplaatsten zich meer en meer naar de achterkant van mijn kleerkast en in hun plaats kwamen felle kleuren en vrolijke T-shirts. Ik praatte in de groep zonder dat mij een vraag werd gesteld en tot mijn eigen verbazing werd ik de persoon die vaak de leiding neemt; dingen waar ik maanden daarvoor enkel van kon dromen. Letter voor letter en later boek voor boek herontdekte ik mijn liefde voor literatuur. Acht maanden na mijn opname, op 19 juli 2015, laat ik mijn bed in de psychiatrie achter en voel ik mij terug sterk genoeg om het alleen te doen. Ik begin aan een nieuwe opleiding aan de hogeschool en maak nieuwe vrienden. Stressvolle situaties zijn nog steeds erg moeilijk en vaker dan ik zelf wil toegeven gaat het nog mis en heb ik nog steeds hulp nodig. Maar ik weet nu dat ik het kan en ik wil blijven bestaan. Ik zie mijn therapeut nog steeds bijna elke week en neem nog steeds antidepressiva. Er zijn dagen waarop ik er enkel in slaag te douchen en iets te eten, maar vaak gaan er weken voorbij waarin alles goed loopt. Ik besef heel goed dat die duisternis in mij iets is waar ik altijd voor op mijn hoede zal moeten zijn. Die duisternis is een deel van mij, die heb ik leren omarmen en heb ik zo een beetje lichter gemaakt. Zonder duisternis is er geen licht en ik hou zo ontzettend veel van deze nieuwe zonneschijn in mijn hoofd. Last week I went to the beautiful Dutch seaside for a few days with my mum. It was the first real holiday I had this summer, since I worked all of July and had to study for exams in August. It was amazing, the weather was lovely most days and I truly enjoyed myself. On Thursday we went on a bike ride and stopped at the beach, where we walked along the water and had a cup of tea. The weather was beautiful and I really wanted to take off my shoes and walk barefoot in the sand and dip my feet in the water. I haven't done that in ages, the OCD-thoughts in my head preventing me from doing so, because we didn't bring a towel and I wouldn't be able to rinse off the sand afterwards. But I found, to my great surprise, that all those thoughts didn't bother me all that much. So I took off my shoes and convinced my mum to do the same and together we had a lovely walk! The water was refreshing and the sand made my feet feel very soft. It was a personal victory and I could not be happier about it. To top all of this off, I passed all five of my exams and will start my third year of college in two weeks. A pretty awesome week!
Love, Jozefien Jou,
met je vuurrode haren en bruine ogen, jou wil ik zoenen. Op het tipje van je neus, de kuiltjes in je wangen en het plekje tussen je ogen. Langs het glas van de spiegel voorbij wil ik je haren achter je oor strelen en fluisteren dat ik je graag zie. Wil je dan met mij
heel even kort samen schuilen in de stilte van de nacht? Daar waar je adem stokt en je lippen trillen ons verstoppen onder de kalmte van de duisternis. En wil je dat dan heel snel misschien voor altijd samen doen? Soms
wanneer de drukte in mijn hoofd me overrompelt en bedekt, soms hunker ik dan naar de rust, de stille waas van onbewust zijn. Af en toe als ik een beetje tijd vind in mezelf, kan ik de stilte horen komen. Ik hoor de muren zachtjes vallen en de ruis luidruchtig optrekken. Liggend in mijn hoekje, ergens ver weg in mijn hoofd, hoor ik dan mijn lichaam roepen, brullen, vechten. En dan net voor het gevecht me dreigt te overweldigen, zie ik de stilte voor me staan. Afgetekend tegen het geraas voel ik de kalmte in mijn hoofd. Soms wanneer de rust me nog kan redden, soms laat ik mijn lichaam dan even vechten, brullen, roepen. Zie ik de wereld even anders en vind ik orde in de chaos. Dit is een poging van mezelf om onder woorden te brengen hoe het voelt als mijn bloedsuikerspiegel te laag is op een rustig moment. Een moment waarop ik mezelf kan wentelen in dat gevoel van even los van de wereld te zijn. |